Tumormarkers zijn meetbare stoffen in onder meer bloed of urine. Artsen gebruiken deze signalen vooral om te volgen hoe een behandeling tegen kanker verloopt. De waarden kunnen dalen wanneer de therapie aanslaat. Ze kunnen echter ook stijgen bij onschuldige aandoeningen. Daarom bekijken specialisten tumormarkers altijd samen met andere onderzoeken.
Wat zijn tumormarkers?
Tumormarkers, ook wel kankermerkers of biomarkers genoemd, zijn eiwitten of andere moleculen die in verhoogde concentraties kunnen voorkomen bij sommige vormen van kanker. Meestal meten laboratoria de waarde in bloed. Soms controleren zij lichaamsvocht zoals urine of hersenvocht. Artsen zien tumormarkers als een extra stukje informatie naast beeldvorming en weefselonderzoek.
De productie van tumormarkers kan direct uit de kankercel komen. Daarnaast kan een tumor gezonde cellen ertoe aanzetten extra eiwitten te maken. Omdat diverse goedaardige processen eenzelfde stijging geven, mogen we de labuitslag nooit los interpreteren. Toch bieden tumormarkers in de praktijk veel houvast. Zij geven bijvoorbeeld een vroege aanwijzing dat therapie aanslaat of juist faalt.
Hoe ontstaan tumormarkers?
Het lichaam maakt dagelijks miljoenen cellen aan en ruimt versleten cellen op. Tijdens dit proces kan DNA schade oplopen. Normaal gesproken corrigeert het eigen herstelsysteem zulke fouten. Soms mislukt dat, waardoor een cel ongecontroleerd gaat delen. Omdat deze ontspoorde cel andere eiwitten produceert, stijgt de concentratie van specifieke stoffen in de bloedsomloop. Die stoffen noemen wij tumormarkers.
Bovendien veroorzaken snelgroeiende tumoren vaak lokale ontstekingen. Vervolgens laten ontstekingscellen extra signaalstoffen vrij. Daardoor kunnen markerwaarden verder oplopen. Wij zien dat effect bijvoorbeeld bij CA 19 9, een bekende marker bij alvleesklierkanker.
De plaats van tumormarkers bij de diagnose
Veel mensen vragen of tumormarkers een vroege opsporingstest zijn. In de praktijk gebruiken artsen ze vooral wanneer er al een sterke klinische verdenking bestaat of wanneer de kanker al is vastgesteld. De Nederlandse richtlijn voor alvleesklierkanker adviseert zelfs om CA 19 9 niet als losstaande diagnostische test te gebruiken.
De reden is duidelijk. De sensitiviteit en specificiteit van één marker zijn vaak beperkt. Een verhoogde waarde betekent niet automatisch dat iemand kanker heeft. Omgekeerd sluit een normale waarde kanker niet uit. Daarom combineren oncologen laboratoriumuitslagen altijd met lichamelijk onderzoek, beeldvorming en weefselbiopsie.
Tumormarkers tijdens behandeling en nazorg
Tijdens en na de behandeling kunnen tumormarkers veel zeggen over het verloop. Stel dat een patiënt chemotherapie ondergaat en de vooraf sterk verhoogde CA 125 daalt snel. Dan is dat een gunstig teken dat de therapie werkt.
Blijft een markerwaarde stabiel of stijgt deze, dan bespreekt het behandelteam of aanpassing nodig is. Vervolgens kan men switchen naar een andere medicijnmix of kiezen voor bestraling. Dankzij deze monitoring besparen artsen tijd en beperken zij onnodige bijwerkingen. Dat is een duidelijk voordeel voor de patiënt.
In de nazorgfase controleert men tumormarkers op vaste momenten. Daardoor ontdekt men een eventuele terugkeer van de ziekte soms eerder dan met alleen beeldvorming. Toch geeft de arts altijd extra uitleg wanneer een waarde licht stijgt. Stress, een infectie of intensief sporten kan de uitslag beïnvloeden.
Veelgebruikte tumormarkers
Er bestaan tientallen tumormarkers. Hierna lees je de meest aangevraagde testen en hun dagelijkse betekenis.
PSA – prostaat specifiek antigeen
PSA komt vooral uit prostaatweefsel. Tijdens de follow up na een operatie of bestraling zien wij vaak dat de waarde vrijwel tot nul daalt. Vervolgens kan een nieuwe stijging een vroege aanwijzing zijn voor terugkeer van de ziekte. Toch kan een ontstoken prostaat ook een PSA verhoging geven.
CA 125 – mucine 16
CA 125 is de bekendste marker bij eierstokkanker. Een plotselinge daling tijdens chemotherapie stemt zowel arts als patiënt hoopvol. Niettemin kunnen menstruatie, zwangerschap of endometriose de waarde eveneens verhogen.
CEA – carcino embryonaal antigeen
Wij gebruiken CEA bij dikkedarmkanker om het succes van operaties te volgen. Roken kan de waarde echter laten oplopen, en dat verwart de interpretatie.
CA 19 9
Deze marker hoort bij alvleesklierkanker. Artsen letten vooral op trends. Een dalende lijn is gunstig. Toch stijgt CA 19 9 ook bij galstenen of leverontsteking.
AFP – alfa foetoproteïne
AFP dient vooral bij leverkanker en kiemceltumoren als test. Zwangerschap kan AFP verhogen. Daarom vraagt de oncoloog altijd naar de situatie van de patiënt.
LDH – lactaatdehydrogenase
LDH is een algemene marker voor celdood en komt voor bij verschillende kankers zoals melanoom en lymfoom. Een stijging kan ook optreden na intensief sporten.
De tabel laat zien dat geen enkele tumormarker perfect is. Toch leveren zij samen met beeld en kliniek een waardevol totaalbeeld.
Beperkingen en misverstanden
Veel mensen denken dat een tumormarker met zekerheid kanker aantoont. Dat klopt niet. Markerwaarden kunnen immers stijgen door roken, zwangerschap of zelfs griep.
Sommige mensen laten privé bloedtests uitvoeren uit nieuwsgierigheid. Vervolgens schrikken zij wanneer een uitslag verhoogd is. Wij raden aan om altijd eerst met de huisarts of oncoloog te overleggen. De arts bekijkt de waarde in de context van leeftijd, medicijngebruik en laboratoriumnormen.
Daarbij geldt nog een belangrijke beperking. Niet iedere tumor maakt meetbare hoeveelheden marker aan. Minder dan tien procent van de alvleesklierkankers produceert geen CA 19 9. Het labrapport lijkt dan geruststellend terwijl de ziekte toch aanwezig is.
Praktische tips voor patiënten
- Vraag altijd naar de trend. Een enkele uitslag zegt weinig zonder vergelijking met eerdere waarden.
- Noteer wanneer je rookt, koorts hebt of nieuwe medicijnen gebruikt. Deze factoren beïnvloeden de test.
- Eet en drink zoals gebruikelijk tenzij het lab anders adviseert. Bij een nuchtere test vermeldt de arts dat duidelijk.
- Plan bloedprikken rond hetzelfde dagdeel. Daardoor vergelijk je waarden onder gelijke omstandigheden.
- Verlies niet direct moed bij een stijging. Vaak herhalen wij de test om tijdelijke schommelingen uit te sluiten.
De toekomst van tumormarkers
Onderzoekers werken hard aan nieuwe multi marker panels die meerdere stoffen gelijktijdig meten. Daarnaast winnen zogenaamde vloeibare biopten terrein. Daarbij analyseren laboratoria tumor DNA in het bloed. Deze techniek kan straks de traditionele marker gedeeltelijk aanvullen. Zo ontstaat een fijnmaziger beeld van de tumorgroei en eventuele resistentie.
Een klinisch chemicus uit een academisch centrum verwoordt het als volgt: “Wij combineren in de nabije toekomst klassieke tumormarkers met genprofielen. Daardoor herkennen wij verandering sneller en passen wij therapie preciezer aan.” Die visie sluit aan bij moderne precisiegeneeskunde.
Toch blijft nuchterheid belangrijk. Vóór iedere invoering bekijkt men nauwkeurig de betrouwbaarheid, kosten en impact op het welzijn van de patiënt. Richtlijnen stellen inmiddels dat nieuwe testen alleen bruikbaar zijn wanneer de uitkomst het beleid echt verandert.
Conclusie
Tumormarkers bieden een waardevol venster op het gedrag van kanker. Hoewel zij niet geschikt zijn als losse screeningstest, helpen zij wel om de vinger aan de pols te houden tijdens therapie en nazorg. Een dalende lijn geeft vertrouwen. Een stijgende lijn roept vragen op, maar hoeft niet meteen slecht nieuws te betekenen. Samen met jouw arts bespreek je wat de cijfers in jouw situatie betekenen. Blijf dus vragen stellen en deel opvallende veranderingen in je gezondheid. Die samenwerking levert de beste zorg op.